Raadsvergadering

- De voorzitter opent de vergadering;
- De heer Collignon (De Lokale Partij) heeft aangegeven nadere inlichtingen te willen vragen over de beantwoording van zijn schriftelijke vragen over Poort naar Hoevelaken. Dit is als agendapunt 2a aan de agenda toegevoegd;
- Mevrouw Van de Weijer-Feuerstein (CDA) stelt voor om agendapunt 4 ‘Beleidskader Detailhandel gemeente Nijkerk 2025-2035’ zonder debat te behandelen. De raad stemt hiermee in;
- Tijdens de commissievergadering van 12 juni 2025 is afgesproken dat de raad een gewijzigd raadsvoorstel zou ontvangen voor agendapunt 5 Zienswijze op het Milieueffectrapport (MER) en het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). Deze heeft de raad inmiddels ontvangen;
- Tijdens de commissievergadering van 12 juni 2025 is Definitief Ontwerp Uitbreidingsplan Hoevelakensebos (agendapunt 7) besproken en daarbij heeft de raadscommissie geadviseerd om deze zonder debat te behandelen;
- Bij de raad is uitgevraagd wat de gewenste wijze van behandeling is van de agendapunten 11, 12, 13 en 14.. Daarbij hebben alle fracties geadviseerd deze zonder debat te behandelen. Het gaat om:
o Omgevingsdienst De Vallei (jaarrekening 2024, 1e begrotingswijziging 2025 en ontwerpbegroting 2026);
o Regio Foodvalley (jaarrekening 2024 en ontwerpbegroting 2026);
o Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM) (jaarrekening 2024, begrotingswijziging 2025 en ontwerpbegroting 2026);
o GBLT (jaarrekening 2024, begrotingswijziging 2025, kadernotitie 2026 en ontwerpbegroting 2026);
- Aan de concept-agenda is agendapunt 14a ‘Aanwijzen functionaris gegevensbescherming’ toegevoegd. Het voorstel is om dit zonder debat te behandelen en de raad stemt hiermee in;
- Door mevrouw van Manen (Forum voor Democratie) was aangekondigd dat ze motie ‘Gecontroleerde permanente bewoning op vakantieparken’ wilde toevoegen aan de agenda. Echter door de afwezigheid van mevrouw Van Manen kan dit agendapunt (agendapunt 15b) geen doorgang vinden;
- De gewijzigde agenda wordt vastgesteld.

Er zijn geen aanmeldingen voor het vragenuurtje.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. De raad stelt het Beleidskader Detailhandel Gemeente Nijkerk 2025-2035 als kaderstellend
gemeentelijk beleid voor de komende jaren vast;
2. De raad trekt de Detailhandelsstructuurvisie 2019-2025 in.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. kennis te nemen van de ontwerp-Beleidsvisie voor het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) en het milieueffectrapport (MER);
2. bijgevoegde zienswijzebrief op het MER en het ontwerp-NPRD in te dienen bij het ministerie van
Defensie.

De heer Rakhorst (CDA) dient een amendement ‘Toewijzen koopwoningen tot betaalbaarheidsgrens aan eigen inwoners’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Paragraaf 2.5 toe te voegen aan de huisvestingsverordening Nijkerk 2025-2029, luidende:

“Paragraaf 2.5. Nieuw te bouwen voor verkoop bestemde woonruimte
Artikel 2.5.1. Reikwijdte van deze paragraaf
Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op woonruimte zoals bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, onder c, en derde lid.

Artikel 2.5.2. Aanvullende begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder

1. verkoper: verkoper en, indien van toepassing, de kennelijk in zijn opdracht handelende persoon of dienstverlener zoals een makelaar.

Artikel 2.5.3. Te koop aanbieden van woonruimte
1. Woonruimte wordt door de verkoper gedurende tenminste 4 weken te koop aangeboden. Gedurende deze termijn gaat de verkoper niet over tot selectie van de beoogde koper van de woonruimte.
2. Het in het vorige lid bedoelde aanbod voldoet tenminste aan de volgende vereisten:
a. het aanbod wordt op een openbaar, voor eenieder zonder aanmelding en kosteloos toegankelijke, website gedaan;
b. het aanbod bevat een beschrijving van de wijze waarop met toepassing van de wet en deze verordening bepaald wordt, aan welke woningzoekende de huisvestingsvergunning verleend wordt;
c. het aanbod vermeldt van de woonruimte:
i. de koopprijs van de woonruimte, met inbegrip van de bouwrente en andere transactiekosten, en de eventuele bijkomende kosten zoals servicekosten;
ii. het adres van de woonruimte;
iii. de bruto-vloeroppervlakte van de woonruimte;
iv. het aantal kamers van de woonruimte en een omschrijving van die kamers;
v. de mate van toegankelijkheid;
vi. of de woonruimte beschikt over buitenruimte zoals een tuin of een balkon en een inpandige of uitpandige opbergruimte;
d. woningzoekenden kunnen de aangeboden woonruimte zoeken op basis van het adres en de plaats waar de woonruimte gelegen is;
e. woningzoekenden hebben op de onder a. bedoelde website de mogelijkheid hun belangstelling kenbaar te maken voor de aangeboden woonruimte en kunnen daarbij hun contactgegevens aan de verkoper doorgeven.
3. De in het eerste lid genoemde termijn is de termijn bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de wet.
4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de website waarop het aanbod wordt gedaan, de kenbaarheid en bereikbaarheid daarvan en de kenbaarheid, vindbaarheid en inhoud van het aanbod.

Artikel 2.5.4. Digitaal platform voor woningzoekenden
1. De verkoper draagt zorg voor een via internet toegankelijk digitaal platform:

1. waarop huishoudens zich als woningzoekenden kunnen inschrijven;
2. waarop hij ter uitvoering van het bepaalde in deze verordening woonruimte te koop aanbiedt;
3. waarop woningzoekenden hun belangstelling kenbaar kunnen maken voor de te koop aangeboden woonruimte.

2. De verkoper draagt er zorg voor, dat de voorwaarden die van toepassing zijn op het in het vorige lid bedoelde gebruik van het platform door woningzoekenden, tenminste regelen:

1. de wijze waarop de inschrijving als woningzoekende geschiedt;
2. de in verband met die inschrijving gevoerde registratie van gegevens;
3. de opschorting en beëindiging van die inschrijving;
4. dat de inschrijving van woningzoekenden niet vervalt in de gevallen bedoeld in de artikelen 11a, 11b en 11c van de wet.

3. De in het vorige lid bedoelde voorwaarden zijn in overeenstemming met het bepaalde in de wet en in deze verordening en worden transparant medegedeeld aan degenen die zich als woningzoekenden willen inschrijven.

Artikel 2.5.5. Aanvullende bepalingen over de huisvestingsvergunning
1. In aanvulling op het bepaalde in artikel 2.2.1 worden bij een aanvraag om een huisvestingsvergunning tenminste de volgende gegevens verstrekt:

1. de schriftelijke verklaring van de verkoper dat hij bereid is de woonruimte aan de aanvrager te verkopen;
2. de schriftelijke, naar waarheid ingevulde en ondertekende, verklaring van de verkoper dat hij het te koop aanbieden van de woonruimte en het selecteren van de koper overeenkomstig het in deze verordening bepaalde heeft uitgevoerd.

2. In aanvulling op het bepaalde in paragraaf 2.2 kunnen burgemeester en wethouders een aangevraagde huisvestingsvergunning weigeren indien:

1. een andere woningzoekende dan aanvrager die voor de woonruimte in aanmerking wenst te komen, gelet op het bepaalde in deze paragraaf eerder dan aanvrager voor verlening van de huisvestingsvergunning in aanmerking komt;
2. het te koop aanbieden van de woonruimte niet overeenkomstig artikel 2.5.3 heeft plaatsgevonden;
3. het in artikel 2.5.4 bedoelde digitale platform niet voldeed aan de daaraan gestelde eisen; of,
4. de aanvrager niet als woningzoekende is ingeschreven in het in artikel 2.5.4 bedoelde digitale platform.

Artikel 2.5.6. Volgordebepaling
1. Indien meerdere woningzoekenden in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning voor dezelfde woonruimte, wordt de volgorde waarin zij voor de huisvestingsvergunning in aanmerking komen, als volgt bepaald:

1. eerst komen de woningzoekenden in aanmerking die economisch gebonden of maatschappelijk gebonden zijn aan de woningmarktregio, de gemeente of een deel van de gemeente;
2. vervolgens komen de overige woningzoekenden in aanmerking.

2. Toepassing van de in het vorige lid, onder a, bedoelde voorrang blijft achterwege indien verlening van een huisvestingsvergunning tot gevolg zou hebben dat meer dan 50 % van de huisvestingsvergunningen met voorrang zouden worden verleend aan woningzoekenden die economisch gebonden of maatschappelijk gebonden zijn.

Artikel 2.5.7. Verslaglegging over het verloop van de aanbiedingsprocedure
a. De verkoper documenteert per aangeboden woonruimte:

1. gedurende welke periode en op welke wijze hij de woonruimte te koop heeft aangeboden;
2. hoeveel woningzoekenden hun belangstelling voor de aangeboden woonruimte kenbaar hebben gemaakt en in welke volgorde zij, gelet op het bepaalde in artikel 2.5.6, voor een huisvestingsvergunning in aanmerking kwamen; en
3. hoe en op basis van welke criteria hij de beoogde koper van de woonruimte heeft geselecteerd.

b. De verkoper bewaart de gedocumenteerde informatie op een voor de toezichthouder toegankelijke en inzichtelijke wijze tot uiterlijk zes maanden na het onherroepelijk worden van de huisvestingsvergunning.

Artikel 2.5.8. Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen bij een beslissing op een aanvraag om een huisvestingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2.2.3, tweede lid, of artikel 2.5.5, tweede lid, voor zover toepassing van die bepalingen gelet op de in artikel 2 van de wet genoemde belangen naar hun oordeel leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

++
++
Opnemen in toelichting:

Paragraaf 2.5 Nieuw te bouwen voor verkoop bestemde woonruimte
Naast de sociale huurwoningen van woningcorporaties (paragraaf 2.3) gelden er ook regels voor woonruimte voor nieuwbouw betaalbare koopwoningen. Het gaat hierbij de eerste verkoop van woningen tot de €405.00 (prijspeil 2025). Deze paragraaf is optioneel en hoeven gemeenten dus niet te ‘activeren’ doen ze dit wel, dan brengt dit uitvoering voor de gemeente met zich mee, aangezien het vergunningsstelsel voor dit segment niet gemandateerd kan worden aan de woningcorporaties. Wel is dit redelijk overzichtelijk, aangezien de beperking tot nieuwbouwwoningen ervoor zorgt dat het om projectbasis gaat en deze projecten over het algemeen al in het vizier van de gemeente zijn.

Artikel 2.5.1
Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2.5.2
Dit artikel bevat aanvullende begripsbepalingen die van toepassing zijn op deze paragraaf.

Artikel 2.5.3
Dit artikel bepaalt dat de verkoper de woonruimte tenminste 4 weken te koop aanbiedt. Dit betreft de in artikel 17 van de wet bedoelde termijn. Dit is langer dan voor de andere segmenten aangezien voor dit segment er niet één centrale website wordt voorgeschreven en het belangrijk is dat alle geïnteresseerde woningzoekenden het aanbod kunnen vinden. Er worden wel eisen aan de site gesteld in artikel 2.5.4.
Gedurende die termijn gaat de verkoper niet tot selectie van de beoogde koper over. Het is namelijk belangrijk, dat de woningzoekenden die gelet op artikel 2.5.6, eerste lid, onder a, voorrang hebben bij de verlening van een huisvestingsvergunning, voldoende kans hebben om op de aangeboden woonruimte te reageren en om als beoogd koper geselecteerd te worden.

Het tweede lid stelt meer inhoudelijke eisen aan het aanbod van de woonruimte. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan artikel 20 van de Huisvestingswet 2014. Het vierde lid geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid om over bepaalde onderwerpen nadere regels te stellen.

Artikel 2.5.4
In dit artikel krijgt de verkoper de opdracht om te zorgen voor een digitaal platform waarop hij de woonruimte te koop aanbiedt, waarop woningzoekenden zich kunnen inschrijven en waarop woningzoekenden kunnen reageren op de aangeboden woonruimte. De verkoper kan zelf een digitaal platform (laten) bouwen en beheren, of hij kan gebruik maken van al bestaande digitale platforms waarmee aan het in dit artikel bepaalde kan worden voldaan. Dit wordt voorgeschreven om er zeker van te zijn dat woningzoekenden het aanbod goed kunnen vinden en hun interesse toonbaar kunnen maken.

Het tweede lid bevat enkele eisen over de inhoud van gebruiksvoorwaarden van het digitale platform. Die eisen gaan over de inschrijving als woningzoekende en de inschrijfduur. Dit, met het oog op de in artikel 2.3.11 opgenomen wijze van volgordebepaling.

In het tweede lid, onder e, is gelet op artikel 11a, 11b en 11c van de Huisvestingswet 2014, bepaald dat in bepaalde gevallen de inschrijving van woningzoekenden in het aanbodinstrument niet vervalt. Dit gaat bijvoorbeeld om tijdelijke woonruimten of contracten specifiek voor jongeren.

In het derde lid is bepaald dat de gebruiksvoorwaarden in overeenstemming met de Huisvestingswet 2014 en de verordening moeten zijn, en dat ze transparant medegedeeld worden aan woningzoekenden.

Artikel 2.5.5
Dit artikel bevat in aanvulling op paragraaf 2.2 enkele aanvullende regels over de aanvraag en weigering van een huisvestingsvergunning.

Het tweede lid bevat weigeringsgronden waarmee een goede werking van de in deze verordening opgenomen regels wordt gewaarborgd. Het gaat daarbij om de regels over de volgorde waarin woningzoekende voor de huisvestingsvergunning in aanmerking komen (zie onder a), om regels over het te koop aanbieden en bekendmaken van het aanbod (zie onder b en c) en om de inschrijving van de woningzoekende in het digitale platform (zie onder d).

De in het tweede lid opgenomen weigeringsgronden zijn niet imperatief (dus: geen “moeten weigeren”), maar facultatief (dus: “kunnen weigeren”). Dit betekent dat burgemeester en wethouders bij weigering op grond van één van deze gronden, moeten motiveren waarom zij weigeren.

Artikel 2.5.6
Op woonruimte die openbaar wordt aangeboden, reageren doorgaans meerdere woningzoekenden. Daarom regelt dit artikel, in welke volgorde woningzoekenden in aanmerking komen voor verlening van de huisvestingsvergunning:
- eerst zijn dat woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de woningmarktregio, de gemeente of een deel van de gemeente;
- en daarna de overige woningzoekenden.
In het tweede lid is bepaald, dat de voorrang van woningzoekenden met economische of maatschappelijke binding achterwege blijft, als daardoor meer dan 50 % van de huisvestingsvergunningen van de nieuwbouw betaalbare koopwoningen met die voorrang verleend zouden worden. Dit waarborgt dat de uitvoering van de verordening binnen de bandbreedte van artikel 14 van de Huisvestingswet 2014 blijft. Dit percentage moet per segment per jaar worden aangehouden.

Er wordt in de koop enkel gestuurd op voorrang voor deze binding voor maximaal de helft van de toewijzingen. Dit is om niet te veel in te grijpen in de contractvrijheid van verkopers maar wel voor de schaarse betaalbare koopwoningen in de gemeente voorrang te kunnen geven aan lokaal woningzoekenden.

Artikel 2.5.7
Bij de behandeling van de aanvraag om een huisvestingsvergunning of bij een toezichtonderzoek moet vastgesteld kunnen worden of de verkoper zich voldoende heeft ingespannen om een koper te vinden die gelet op artikel 2.5.6 voorrang heeft bij de verlening van een huisvestingsvergunning. Daarom bevat dit artikel voor de verkoper bepaalde administratieve verplichtingen. Hiermee wordt uitvoering gegeven van artikel 17, derde lid, van de Huisvestingswet 2014.

Artikel 2.5.8
Bij het opstellen van de hardheidsclausule is rekening gehouden met aanwijzing 76 uit de VNG-uitgave “100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever, vierde, herziene editie 2023”. De hardheidsclausule noemt, ter voorkoming van verboden ‘blanco delegatie’, de specifieke bepalingen waar burgemeester en wethouders bij het gebruiken van de hardheidsclausule van af kunnen wijken. Deze bepalingen gaat over het weigeren van een huisvestingsvergunning. Dit maakt dat burgemeester en wethouders toch een huisvestingsvergunning kunnen toekennen, ook al kan dat op grond van de huisvestingsverordening niet. Dit kan enkel in extreme gevallen die leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. Middels de hardheidsclausule kan niet van de Huisvestingswet worden afgeweken.

Elke paragraaf heeft zijn eigen hardheidsclausule, doordat er per segment de weigeringsgronden zijn genoemd waarvan moet kunnen worden afgeweken.”

Het amendement wordt mede ingediend door mevrouw Hegeman-Mekking (ChristenUnie-SGP) en mevrouw Bezembinder-Feiken (De Lokale Partij).
Dit is amendement 6.1.

De heer Van Veen (PRO21) dient een motie ‘Lokale voorrang bij koopwoningen’ in. Het college wordt gevraagd om:
1. de huidige afspraken met ontwikkelaars over lokale voorrang bij koopwoningen actief te blijven monitoren;
2. de gemeenteraad te informeren als blijkt dat het aandeel lokaal toegewezen koopwoningen significant daalt of afspraken in de praktijk niet (meer) tot het gewenste resultaat leiden;
3. in dat geval een voorstel voor te bereiden tot aanpassing van de Huisvestingsverordening, waarin alsnog wettelijke koopvoorrang wordt opgenomen.
De motie wordt mede ingediend door de heer Van Hussel (VVD).
Dit is motie 6.1.

De heer Van Veen (PRO21) dient een motie ‘Monitoring effecten regeling toewijzing koopwoningen tot de betaalbaarheidsgrens aan eigen inwoners’ in. Het college wordt gevraagd om:
1. jaarlijks te monitoren welk percentage van de nieuwbouwkoopwoningen tot de NHG-grens daadwerkelijk wordt toegewezen aan mensen met binding aan de gemeente;
2. indien blijkt dat dit percentage als gevolg van de nieuwe regeling significant lager uitvalt dan in de periode vóór inwerkingtreding, een voorstel te doen aan de raad om deze regeling te schrappen uit de huisvestingsverordening.
De motie wordt mede ingediend door de heer Van Hussel (VVD).
Dit is motie 6.2.

Na de beraadslagingen wordt het ingediende amendement in stemming gebracht.
De heer van Veen (PRO21) legt een stemverklaring af: ‘PRO21 stemt tegen het geamendeerde voorstel, omdat de toevoeging van een wettelijke regeling voor koopvoorrang volgens ons niet alleen onnodig is, aangezien we nu al via afspraken meer lokaal kunnen toewijzen dan de wet toestaat, maar ook het risico met zich meebrengt dat ontwikkelaars juist terugvallen op het wettelijke minimum van 50%, waardoor de regeling averechts werkt.’

De raad neemt amendement 6.1 ‘Toewijzen koopwoningen tot betaalbaarheidsgrens aan eigen inwoners’ aan (16 voor – 8 tegen; voor: CDA, ChristenUnie-SGP en De Lokale Partij; tegen: PRO21 en VVD).

De raad besluit vervolgens conform het geamendeerde voorstel om:
De Huisvestingsverordening Nijkerk 2025 – 2029 vast te stellen, met in achtneming van het toevoegen van paragraaf 2.5 aan de verordening (16 voor – 8 tegen; voor: CDA, ChristenUnie-SGP en De Lokale Partij; tegen: PRO21 en VVD).

De motie 6.1 ‘Lokale voorrang bij koopwoningen’ wordt ingetrokken vanwege het eerder aangenomen amendement.

De motie 6.2 ‘Monitoring effecten regeling toewijzing koopwoningen tot de betaalbaarheidsgrens aan eigen inwoners’ wordt verworpen (8 voor – 16 tegen; voor: PRO21 en VVD; tegen: CDA, ChristenUnie-SGP en De Lokale Partij).

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. Het Definitief Ontwerp van het Uitbreidingsplan van het Hoevelakense Bos vast te stellen;
2. De stedenbouwkundige verkaveling en beeldkwaliteit van de woningen op het perceel Weldammerlaan 16 vast te stellen;
3. Een bedrag van € 17.500,- per jaar op te nemen voor beheerkosten hondenuitlaatbeleid vanaf 2027. Deze kosten worden gedekt uit de hondenbelasting;
4. Kennis te nemen van het voornemen om de ontwikkeling door middel van de procedure omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa) mogelijk te maken.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. het plan van aanpak ‘Opvanglocatie asielzoekers Hoevelaken, Middelaarseweg’ vast te stellen als
bijlage bij het op 20 februari 2025 vastgestelde plan van aanpak ‘Opvang asielzoekers in de gemeente Nijkerk’, inclusief de volgende bijlagen:
- Participatieverslag;
- Veiligheidsplan;
- Communicatie- en participatieplan Realisatiefase.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. het plan van aanpak ‘Opvanglocatie asielzoekers Nijkerkerveen, hoek Amersfoortseweg/Koolhaaspark
vast te stellen als bijlage bij het op 20 februari 2025 vastgestelde plan van aanpak ‘Opvang
asielzoekers in de gemeente Nijkerk’, inclusief de volgende bijlagen:
- Participatieverslag;
- Veiligheidsplan;
- Communicatie- en participatieplan Realisatiefase.

Mevrouw Hegeman-Mekking (ChristenUnie-SGP) dient een amendement ‘Nulmeting Brede Welvaart/Global Goals’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Aan beslispunt 3 toe te voegen: ‘Incidentele financiële bijdrage uitvoeren nulmeting brede welvaart/Global Goals: €15.000.’;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met € 15.000;
3. Het volgende beslispunt toe te voegen:
· De raad uiterlijk 31 januari 2026 via een raadsinformatiebrief te informeren over de uitkomsten van de nulmeting Brede welvaart/Global goals en de mogelijk te nemen vervolgstappen.
Dit is amendement 10.1.

De heer Van Wijnen (ChristenUnie-SGP) dient een amendement ‘Ontmoeting in de kernen in’. Voorgesteld wordt om:
1. Aan beslispunt 3 toe te voegen: ‘Incidentele financiële bijdrage ontmoetingsbankjes: € 45.000’;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met € 45.000;
3. Het volgende beslispunt toe te voegen:
6. de raad uiterlijk medio 2026 via een raadsinformatiebrief te informeren over de wijze waarop deze bijdrage is ingezet.
Dit is amendement 10.2.

De heer Blankesteijn (CDA) dient een amendement ‘Incidentiele financiële bijdrage stoomgemaal’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Beslispunt 3.w. te wijzigen in: ‘Incidentele bijdrage onderhoudskosten Stoomgemaal: € 60.000.’;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met € 40.000.
Het amendement wordt mede ingediend door de heer Staal (VVD), de heer Van Putten (ChristenUnie-SGP) en de heer Collignon (De Lokale Partij).
Dit is amendement 10.3.

De heer Blankesteijn (CDA) dient een amendement ‘Impuls Nijkerkse Ondernemers’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Aan beslispunt 3 toe te voegen: Incidentele financiële bijdrage Nijkerkse Ondernemers ten behoeve van vervanging van de sfeerverlichting: € 50.000;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met € 50.000.
Het amendement wordt mede ingediend door de heer Staal (VVD) en de heer Van Putten (ChristenUnie-SGP).
Dit is amendement 10.4.

De heer Blankesteijn (CDA) dient een amendement ‘Impuls Centrum Hoevelaken’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Aan beslispunt 3 toe te voegen: ‘Incidentele financiële bijdrage Impuls Centrum Hoevelaken ten behoeve van een kindvriendelijk object in de openbare ruimte: €50.000’;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met €50.000.
Het amendement wordt mede ingediend door de heer Staal (VVD) en de heer Van Putten (ChristenUnie-SGP).
Dit is amendement 10.5.

De heer Blankesteijn (CDA) dient een amendement ‘Impuls Hart van Nijkerkerveen’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Aan beslispunt 3 toe te voegen: Incidentele bijdrage Impuls Hart van Nijkerkerveen ten behoeve van sfeerverlichting: € 15.000;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met €15.000.
Het amendement wordt mede ingediend door de heer Staal (VVD) en de heer Van Putten (ChristenUnie-SGP).
Dit is amendement 10.6.

De heer Collignon (De Lokale Partij) dient een amendement ‘Extra middelen preventie drugsgebruik’ in. Voorgesteld wordt om:
1. Aan beslispunt 3 toe te voegen:
‘Incidentele financiële bijdrage preventie drugsgebruik en bestrijding drugshandel gericht op jongeren: € 50.000’;
2. Het saldo bij beslispunt 3.x. ‘Saldo te storten in de algemene reserve’ te verlagen met € 50.000;
3. De volgende beslispunten toe te voegen:
6. De raad in het najaar van 2025 met een Beeldvorming bij te praten over het onderwerp ‘preventie drugsgebruik’;
7. De raad uiterlijk in het 2e kwartaal van 2026 te informeren over de wijze waarop en hoeveel van deze extra incidentele middelen zijn ingezet en zo nodig met een voorstel te komen voor verlenging van het project of de acties waarvoor het extra budget is aangewend.
Het amendement wordt mede ingediend door de heer Van Wijnen (ChristenUnie-SGP).
Dit is amendement 10.7.

Na de beraadslagingen worden de ingediende amendementen in stemming gebracht.

De raad verwerpt amendement 10.1 ‘Nulmeting Brede Welvaart/Global Goals’ (5 voor – 19 tegen; voor: ChristenUnie-SGP; tegen: CDA, PRO21, De Lokale Partij en VVD).

De raad verwerpt amendement 10.2 ‘Ontmoeting in de kernen in’ (9 voor – 15 tegen; voor: ChristenUnie-SGP en De Lokale Partij; tegen: CDA, PRO21 en VVD).

De raad neemt amendement 10.3 ‘Incidentiele financiële bijdrage stoomgemaal’ unaniem aan.

De raad neemt amendement 10.4 ‘Impuls Nijkerkse Ondernemers’ unaniem aan.

De raad neemt amendement 10.5 ‘Impuls Centrum Hoevelaken’ unaniem aan.

De raad neemt amendement 10.6 ‘Impuls Hart van Nijkerkerveen’ unaniem aan.

De raad neemt amendement 10.7 ‘Extra middelen preventie drugsgebruik’ unaniem aan.

De raad besluit vervolgens unaniem en conform het geamendeerde voorstel om:
1. de Jaarstukken 2024 vast te stellen;
2. de MeerjarenPrognose Grondbedrijf 2025 (MPG), behorende bij de Jaarstukken 2024, vast te stellen;
3. het positieve jaarrekeningresultaat van € 5.574.564 als volgt te bestemmen:

4. de niet benutte incidentele budgetten in 2024 ad € 5.526.000, maar die nodig zijn om de activiteiten in 2025 af te ronden, toe te voegen aan het budget 2025;
5. de bijbehorende dekkingsmiddelen ad. € 4.018.000 voor de onder beslispunt 4 genoemde budgetten over te hevelen naar 2025.
6. De raad in het najaar van 2025 met een Beeldvorming bij te praten over het onderwerp ‘preventie drugsgebruik’ en b. uiterlijk in het 2e kwartaal van 2026 te informeren over de wijze waarop en hoeveel van deze extra incidentele middelen zijn ingezet en zo nodig met een voorstel te komen voor verlenging van het project of de acties waarvoor het extra budget is aangewend.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. Geen zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting 2026 en de 1e begrotingswijziging 2025 van de OddV;
2. De budgettaire consequenties in de begroting 2026 van Nijkerk te verwerken;
3. Kennis te nemen van de jaarrekening 2024.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. Kennis te nemen van de ontwerpbegroting 2026-2029 en de jaarstukken 2024 van Regio Foodvalley;
2. De bijdrage voor Nijkerk aan de strategische agenda, regiobureau en mobiliteitsfonds conform tabel 3.8 bijdrage per gemeente op pagina 18 van de ontwerpbegroting 2026-2029 voor de jaarschijf 2026 vast te stellen op € 502.160;
3. Geen zienswijze in te dienen bij het Dagelijks Bestuur van de Regio Foodvalley ten aanzien van de
aangeboden Ontwerpbegroting 2026-2029 Regio Foodvalley.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. Kennis te nemen van het jaarverslag 2024 VGGM en de bestemming hiervan;
2. Kennis te nemen van de gewijzigde begroting 2025 VGGM;
3. In te stemmen met het eenmalig beschikbaar stellen van € 66.000 en als incidentele uitgave te ramen in de Kadernota 2026 van de gemeente Nijkerk voor de implementatie van het digitaal Kinddossier;
4. Kennis te nemen van de ontwerpbegroting 2026 VGGM en geen zienswijze in te dienen;
5. Ter informatie de VGGM een (concept) brief te sturen over het genomen besluit.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. kennis te nemen van de jaarrekening 2024, de eerste wijziging van de begroting 2025, de kadernotitie 2026 en de conceptbegroting 2026 van GBLT;
2. de bijdrage 2026 voor Nijkerk vast te stellen op € 724.000;
3. geen zienswijze in te dienen op de voorgelegde begrotingswijzigingen 2025 en de ontwerpbegroting
2026 en dit kenbaar te maken via bijgevoegde brief;
4. de budgettaire consequenties te verwerken in de begroting 2025 en 2026.

De raad besluit unaniem en conform voorstel:
1. De heer J. Ponjee aan te wijzen als Functionaris Gegevensbescherming (FG) voor het bestuursorgaan de gemeenteraad, voor verwerkingen van persoonsgegevens die onder verantwoordelijkheid van de raad plaatsvinden;
2. De aanstelling van mevrouw M. Udo als Functionaris Gegevensbescherming (FG) voor het
bestuursorgaan raad, voor verwerkingen van persoonsgegevens die onder verantwoordelijkheid van de raad plaatsvinden in te trekken;
3. Te bepalen dat dit besluit met terugwerkende kracht in werking treedt op 1 januari 2025.

Door mevrouw van Manen (Forum voor Democratie) was aangekondigd dat ze een motie ‘Gecontroleerde permanente bewoning op vakantieparken’ wilde toevoegen aan de agenda. Echter door de afwezigheid van mevrouw Van Manen kan dit agendapunt geen doorgang vinden.

De vergadering wordt om 23.45 uur gesloten.